Le Rêve
16 april '19
Ken je dat, wakker worden, terwijl je eigenlijk helemaal niet wakker wilt zijn? Niet omdat je geen zin in de dag hebt, maar omdat je een paar tellen geleden nog in een hele andere wereld was. In een wereld waarin je je gewichtloos voelde alsof je een vlieger of een vogel was.
Hoog vloog ik door de lucht. Door mijn schouder iets te kantelen kon ik sturen. Door de wolken vloog ik. De regeldruppeltjes kriebelden een beetje. Eroverheen en eronderdoor, ik kon er geen genoeg van krijgen. Tot ik opeens iets onder mij zag. Een lang breed lint met veel groen er omheen met wat kleine witte puntjes. Ik werd nieuwsgierig en probeerde wat lager te gaan vliegen. Nu zag ik het iets beter, dat lange brede lint was water. Het leek van bovenaf net een touwtje dat gespannen was tussen een waterlint en aan de andere kant een veel grotere plas. Nog kon ik niet alles zien.
Weer besloot ik om een verdieping lager te gaan vliegen. Wat ik toen zag, was weer dat water, maar nu niet als lint, maar als een brede rivier met prachtige boten en daarbij een soort inhammetjes met verschillende bootjes. Het leek wel een haven. Ik vloog een klein stukje verder. Aan die rivier zag ik een brede strook liggen. Het leek wel een dijk. Maar wat nou het bijzondere aan die dijk was, is dat er huizen op stonden. Prachtige huizen, verschillend, maar toch hoorden ze op de een of andere manier bij elkaar. Ik zag mezelf daar al wonen, uitzicht op al dat groen en het water. Ik vloog een stukje verder en ik zag sfeervolle huizen met kades aan weerszijden van een sluis. Er lag een bootje te wachten tot de sluisdeuren opengingen voor toegang tot de brede rivier. Ik vloog verder over het dorp en zag eilanden met huizen met daarbij insteekhaventjes, waar grote en kleine boten lagen. Er zat iemand met een kop koffie op de steiger en heel in de verte hoorde ik een kind langzaam tot twintig tellen en zag ik andere kinderen hard wegrennen om een goed plekje te vinden waar de teller ze niet kon vinden.
Wat me trouwens opviel, is dat je bijna geen auto’s in de straat zag. Zouden ze die verstopt hebben? Ik vloog, diep in gedachten verzonken, verder. Ineens daalde ik en landde in een straatje midden in de binnenstad van Kampen. Tjonge, is Kampen zo dicht bij het gebied waar ik net was?
In werkelijkheid werd ik op de vloer naast mijn bed wakker. De rest van de dag dacht ik aan die andere prachtige wereld zo dichtbij Kampen. Zou die plek echt bestaan? Of was het maar een droom? Ik maakte met mezelf een afspraak. Als die plek er echt komt, ben ik de eerste die daar gaat wonen!